Koninklijke Harmonie Pieter Aafjes ontwikkelde zich van een groepje rebelse muzikanten tot een alom gerespecteerd symfonisch blaasorkest. In 2012 werd Pieter Aafjes landskampioen in de eerste divisie, net als in 1998. Een perfecte opmaat naar de viering van het 125-jarig bestaan, dat op 8 juni aanstaande van start gaat met een groots jubileumconcert.
Door de inzet van heel veel trouwe leden, die soms al generaties lang in het orkest spelen, en de gedrevenheid van de opeenvolgende dirigenten, kon Crescendo, later Pieter Aafjes, uitgroeien tot een toporkest. Mari Woerdenbach (1952) was van 1989 tot 2012 voorzitter van Pieter Aafjes en is al 50 jaar lid. Hij kan grotendeels vanuit eigen ervaring over de geschiedenis van het orkest vertellen.
Wanneer werd Pieter Aafjes opgericht en wat was de aanleiding?
‘Een aantal leden van het muziekkorps van de toen nog bestaande schutterij (later Muziekvereniging Concordia) maakten dansmuziek op kermissen, bruiloften en partijen, met trompet, saxofoon en piano. Dat vond de toenmalige kapelmeester, Marten Klimmerboom, niet goed en deze leden werden in 1888 geroyeerd. Zij begonnen toen zelf een muziekkorps onder de naam De Nieuwe Harmonie, vanaf 1889 Culemborgsche Harmonie ‘Crescendo’, met Otto Borgstein als dirigent.’
Wat was de functie van de harmonie in Culemborg in die tijd?
‘Onder leiding van Borgstein speelde Crescendo onder andere tijdens de kroningsfeesten van H.M. Koningin Wilhelmina in 1898. De musici liepen toen vooral op straat, bijvoorbeeld tijdens festiviteiten en het brengen van serenades bij bruiloften en openingen van winkels. Ook werden regelmatig openluchtconcerten gegeven en nam men deel aan concoursen. Na de Tweede Wereldoorlog vierde de harmonie hoogtij met het spelen van marsmuziek, meestal met een taptoe en gevolgd door een concert. Eind jaren ’70 werd dat langzamerhand minder en gingen we ons steeds meer richten op het geven van concerten in zalen.’
De opbouw van het orkest
Kunt u de rol van Pieter Aafjes bij de opbloei van Crescendo omschrijven?
‘Pieter Aafjes werkte bij Spoor’s Mosterd in de Slotstraat en werd op 1 oktober 1906 dirigent, toen Otto Borgstein stopte. Pieter Aafjes was een groot kindervriend en dat is van grote betekenis geweest voor de verdere groei van de harmonie. Onder zijn leiding steeg het orkest van de 4e afdeling naar de Superieure Vaandelafdeling in 1928, dat was toen de hoogste divisie. Hij leidde zelf alle leerlingen op en wist ook precies wanneer ze aan het studeren waren. Soms liep hij door de stad en als hij ergens niets hoorde, belde hij aan. Pieter Aafjes had een groot charisma en al gauw sprak men niet meer over Crescendo, maar over ‘de Muziek van Aafjes’. Net na de oorlog, in mei 1947, won hij met Crescendo op het federatief concours in Leerdam nog alle eerste prijzen. Toen Pieter Aafjes een goede maand later overleed, was de verslagenheid groot. De vereniging werd toen naar hem vernoemd.’
Hoe functioneerde het orkest in die jaren?
‘In 1930 had Crescendo ongeveer 40 leden, tot 1972 waren dat alleen mannen. Er werden vooral oude ouvertures en marsen gespeeld, maar ook arrangementen van symfonieën, waarbij de vioolpartijen waren omgezet naar blaasinstrumenten. De enige strijkers in de harmonie waren de contrabassen. We gaven concerten en namen deel aan concoursen in het gehele land. In die tijd waren Pieter Aafjes en Concordia erg aan elkaar gewaagd. Om schermutselingen te voorkomen, gaf de jury, wanneer de korpsen uit Culemborg alle twee aan hetzelfde concours deelnamen, aan beide altijd evenveel punten.’
Hoe kwam Crescendo de Tweede Wereldoorlog door?
‘Omdat de Duitse bezetters eisten dat verenigingen als Crescendo zich zouden aansluiten bij de Kultuurkamer en de meeste orkestleden daar niets voor voelden, was het veel minder vaak mogelijk om te spelen en moesten de instrumenten worden verstopt. Repeteren kon alleen stiekem vanwege de avondklok. Pas na 1945 kwam het orkest weer in beweging.’
Andere naam, nieuwe muziek
Hoe omschrijft u de periode van Dillen?
‘Jac. (Jacobus) van Dillen was een leerling van Pieter Aafjes. Overdag werkte hij in een sigarenfabriek. Onder zijn leiding verwierf het orkest, dat nu Harmonie Pieter Aafjes heette, internationale faam. We werden uitgenodigd om interlandwedstrijden op te luisteren, compleet met een groot tamboerkorps en vijf vaandeldragers. Vervolgens werden we ook gevraagd voor de TT in Assen, de Vierdaagse van Nijmegen en andere grote landelijke evenementen. Ook bleven we aan concoursen meedoen. In deze periode begon de muziek te veranderen. Er kwamen speciaal voor harmonieorkest geschreven composities, onder andere van Henk van Lijnschooten. De muziek werd wat swingender, met meer slagwerk en een grotere variatie in de klanken. Ieder jaar gaven we een uitvoering in het Luxor-theater in de Herenstraat, die steevast drie avonden achter elkaar was uitverkocht. Pieter Aafjes had toen ook nog een eigen toneelvereniging die dan optrad en na afloop was er dansmuziek van de Rosalio’s.’
De ontwikkeling van het orkest werd ook door Hare Majesteit opgemerkt.
‘Toen het predicaat ‘Koninklijk’ werd aangevraagd voor Pieter Aafjes, besloot de gemeente dat voor beide orkesten te doen, want men was bang voor de afgunst die anders zou ontstaan. In 1953 werden Pieter Aafjes en Concordia daarom alle twee ‘Koninklijk’ en gaven ze voor het eerst gezamenlijk een concert, waarvoor ook samen moest worden gerepeteerd. In 2003 was er ter gelegenheid van 50 jaar ‘Koninklijk’ opnieuw een gezamenlijk optreden in de Vrijstadhal. Dat de verhoudingen nu heel anders zijn, bleek tijdens het gezamenlijk repeteren. Oude muzikanten van beide korpsen blikten gezamenlijk terug op het verleden en de jeugd van beide verenigingen ging vriendschappelijk met elkaar om.’
In 1975 kwam de huidige dirigent, Heinz Friesen, die toen al een gerenommeerde dirigent in de harmoniewereld was, maar ook in de symfonische wereld zijn sporen al had verdiend.
‘Toen de uitvoeringen in de belangstelling terugliepen omdat mensen televisie kregen, organiseerden we vanaf 1973 in Sporthal Interwey een driedaags muziekfeest, met grote koren en orkesten uit de regio. ’s Avonds traden befaamde harmonieorkesten op uit onder andere Beek en Donk, Thorn en Bocholtz onder leiding van dirigent Heinz Friesen. Toen zeiden we al tegen elkaar: ‘Wat is dit een geweldige dirigent.’ Omdat Jac. van Dillen op leeftijd was geraakt, hadden we een tweede dirigent, Roel Wildemans, die Van Dillen verving als hij ziek was en de ‘lichtere’ stukken dirigeerde. Toen Van Dillen op een keer onwel werd tijdens een concert, stopte hij ermee. Door de goede contacten die Wildemans met Heinz Friesen onderhield, wist hij hem in 1975 over te halen naar Pieter Aafjes te komen. De ledenvergadering stemde in met een contributieverhoging van 1 gulden per week naar 2,50. Inmiddels is Heinz Friesen bijna 79 jaar en nog steeds onze dirigent, met Arjan Gaasbeek als vervangend dirigent.’
Een toekomst aan de top
De nieuwjaarsconcerten van Pieter Aafjes zijn een traditie geworden.
‘In 1976 stopten we met de muziekfeesten, die waren organisatorisch een te zware belasting geworden voor de leden. Sinds die tijd waren er jaarlijks uitwisselingsconcerten met andere harmonieën uit het land. Verder liepen we af en toe op straat, bijvoorbeeld tijdens de avondvierdaagse, op Koninginnedag, met Sinterklaas en soms brachten we nog een serenade. Het was tijd voor iets nieuws. Dat werd in 1981 het Nieuwjaarsconcert in de Vrijstadhal, een gratis concert voor alle Culemborgers. Door de jaren heen is dat steeds groter gegroeid, met diverse solisten en meer aankleding in de zaal.’
Een andere traditie is het Kerstconcert.
‘In 1991 bestond de Rabobank in Culemborg 100 jaar en werd er samen met vrouwenkoor Con Animato (nu OtherWise) in de Rooms-Katholieke Barbarakerk het eerste Kerstconcert gegeven, met Marco Bakker als solist.Het was een groot succes, er zaten 900 mensen in de kerk. De Rabobank wilde het echter niet ieder jaar sponsoren, dus ging ik voor het volgende Kerstconcert naar de ABN en het derde jaar naar de VSB. Toen werd de heer F. de Pater, zelf musicus, directeur van de Rabobank. Sindsdien sponsort de Rabobank het Kerstconcert ieder jaar, tegenwoordig samen met Van Noord Accountants. De kaarten zijn meestal binnen een dag weg.’
Kunt u wat vertellen over de locaties waar Pieter Aafjes door de jaren heen repeteerde?
‘We hebben jarenlang gerepeteerd in een oude schiettent, een ijzeren loods aan de Westersingel. In de jaren ’50 konden we een lokaal van de Juffrouw Binkschool aan de Goilberdingerstraat gebruiken. Van 1964 tot 1978 zaten we in een voormalige huishoudschool aan de overkant, met de ingang aan de Korte Meent. Daar hebben we de muren doorgebroken en ook een eigen kantine gemaakt. Toen we daar uit moesten omdat het gebouw werd gesloopt, konden we weer terug naar de voormalige Juffrouw Binkschool, want de meubelfabriek die er in zat, was weg. Ook die ruimte hebben we toen helemaal zelf verbouwd. Later kregen we er nog twee lokalen bij en de peuterzaal. In 2012 hebben we ons gedeelte gekocht, omdat de gemeente het gebouw wilde afstoten.’
Welke rol speelt Pieter Aafjes in het Culemborg van nu? Wat is jullie doelstelling voor de toekomst?
‘Pieter Aafjes heeft een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie. We geven mooie concerten en leiden daarnaast de jeugd op in het bespelen van een muziekinstrument. Het orkest is een van de gezichten van Culemborg en daarmee helpen we onze stad op de kaart te zetten. Ons doel is om de symfonische blaasmuziek nog meer bekend te maken en aan de top te blijven spelen. Muziek verbroedert en inspireert. Een stevige basis van jonge leden is belangrijk voor de bloei van de vereniging. Veel mensen luisteren naar muziek, maar samen muziek maken is het mooiste dat er is.’
Rob den Boer
Bron:
Het leven in Culemborg nr. 10, december 2012.