Zoeken

Gereformeerde kerk Open Hof

Op 25 juli 1887 werd de Gereformeerde Kerk in Culemborg een feit doordat dominee van Lingen uit Zetten ouderlingen en diakenen (kerkelijke bestuurders) bevestigde in het evangelisatiegebouw aan de Ridderstraat. Dat was door de week de Christelijke school, die later de Scheffelschool zou gaan heten.

De oude Gereformeerde kerk, achter Ridderstraat 8, heeft nog even dienst gedaan als gymzaal. De kerk is later gesloopt.

De nieuwe gemeente was ontstaan uit de Doleantie (Latijn voor ‘klacht’), die een scheuring met de Hervormde kerk betekende. De gemeente kwam overigens al sinds 1862 bij elkaar en de voorganger, broeder C. Verrips, leidde ook de nieuwe kerk tot zijn dood in 1895. Toen werd dominee De Haas uit Hattem aangesteld als predikant. Een jaar later wist de Kerkenraad (het bestuur van de kerk) voor 7000 gulden de grond achter de Christelijke school te verwerven en liet daarop voor 10.780 gulden een nieuwe kerk bouwen door een aannemer uit Asch.

Kerkscheuring

Dominee De Haas overleed al in 1899 op 46-jarige leeftijd. Dat hij geliefd was bleek wel uit de grote hoeveelheid mensen die hem op het kerkhof een laatste groet kwamen brengen. Zijn opvolger was dominee Koffijberg uit Barneveld. De gemeente groeide gestaag, in 1926 telde zij 274 leden en drie jaar later al 326, met een jaar begroting van 6.667 gulden. Daarvan ging overigens ongeveer 3000 gulden naar het salaris van de dominee. De predikanten volgden elkaar met een zekere regelmaat op en werden uit het hele land beroepen.

De kerk kwam de oorlogsjaren vrijwel ongeschonden door, maar moest eind 1945 wel toestaan dat 51 leden mee gingen met de Vrijmaking, een nieuwe kerkscheuring op grond van meningsverschillen over onder andere de doop. De meeste leden bleven echter in de Gereformeerde Kerk, waar in 1947 dominee Lensink uit Doornspijk als nieuwe predikant werd bevestigd. Toen de gemeente vanaf 1958 een flinke tijd zonder vaste predikant zat, werd ter versteviging van de onderlinge band een lokaal mededelingenblad opgericht, met de toepasselijke naam ‘De Band’.

Een nieuwe ontmoetingsplaats

 Sinds 1960 werden er al plannen gemaakt voor de bouw van een nieuwe kerk, omdat het oude gebouw veel te klein was geworden. Op allerlei manieren werd er geld ingezameld en eind 1972 kon men 4000 m2 grond kopen aan de Beethovenlaan. Het idee was om een modern complex te verwezenlijken, met een aantal zalen, zodat ook het verenigingsleven onderdak geboden kon worden.

Daarnaast konden er inkomsten uit verhuur aan derden worden gegenereerd om de lasten voor de kleine gemeente dragelijker te maken. De opdracht voor het ontwerp ging naar de Rotterdamse architect Arco Cooiman. Op woensdag 21 maart 1973 sloeg dominee Meynen de eerste paal voor de ‘Open Hof’, een naam die was gekozen om de functie als ontmoetingsplaats te benadrukken. Op 1 december van dat jaar werd het nieuwe gebouw feestelijk in gebruik genomen.

Al vanaf 1961 zochten de Nederlands-Hervormde Kerken de Gereformeerde Kerken in Nederland toenadering tot elkaar vanuit de wens tot eenwording. In 1986 sloot de Evangelisch-Lutherse Kerk zich eerst als waarnemer, later voluit aan bij wat de Samen-op-Wegkerken werd genoemd. Op 1 mei 2004 fuseerden zij tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), waardoor ook de drie gemeenten in Culemborg onder één bestuur kwamen. Dat beschikte vanaf toen over drie kerkgebouwen: de Hervormde Barbarakerk in de Grote Kerkstraat, de Evangelisch-Lutherse kerk aan de Achterstraat en de Open Hof aan de Beethovenlaan.

Een actieve kerk

Om een beeld te krijgen van het kerkelijk leven in de Open Hof spraken we met de heer Den Besten, jarenlang actief als ouderling en voorzitter van de Kerkenraad en bij veel Culemborgers bekend als conrector van de MAVO-afdeling van het Koningin Wilhelmina College. Nadat hij in 1988 via de DOP-regeling vervroegd was uitgetreden, vertrok hij naar Leerdam. Als ik zijn woning nader, staat hij buiten al op mij te wachten. Hij is inmiddels 82, maar dat is op geen enkele manier aan hem te merken.

Welke kerk trof u aan toen u naar Culemborg kwam?

‘De Gereformeerde Kerk in de Ridderstraat was een hele prettige gemeenschap met aardige mensen, onder andere uit Terweijde. Dat was toen een nieuwe wijk en de bewoners kwamen overal vandaan. Het oude kerkje zat altijd vol en dat gaf een intieme sfeer. Veel leden waren binnen en buiten de kerk actief, bijvoorbeeld voor de Interkerkelijke Stichting Ethiopië, die voedsel, medicijnen en medische apparatuur naar Ethiopië stuurde en later Urker vissers inschakelde om de mensen daar te leren vissen. Er werd dus ook over de kerkmuren gekeken.

Wat was de reden om u met uw gezin hier te vestigen?

‘Wij kwamen in 1968 vanuit Voorthuizen naar Culemborg, omdat ik directeur werd van de ULO-school. Die was gevestigd in de villa Sprokkelenburg, waar later de Koningin Julianaschool in kwam. Sinds 1969 was ik daarnaast ook conrector van de MAVO-afdeling van het KWC, terwijl de ULO werd afgebouwd.’

Naast werk en gezin bekleedde Den Besten gedurende de jaren 70 bijna doorlopend verschillende functies in de kerk.‘Ik ben begonnen als wijkouderling en werd na enige jaren bejaardenouderling en daardoor automatisch vicevoorzitter van de Kerkenraad. In het laatste jaar van dominee Schelhaas werd ik voorzitter van de Kerkenraad en dat bleef ik drie jaar.’

Een ontmoetingsplaats voor God

U hebt het hele proces rond de bouw van de Open Hof meegemaakt. Hoe verliep dat?

Er werd op allerlei manieren geld opgehaald. Op de preekstoel van de oude kerk stond: ‘Maak het eens bont, koop meters grond’. Verder werden er bazars georganiseerd en giften opgehaald. Het was een zeer intensief proces, dat grote inspanningen van de gemeente heeft gevergd, maar daardoor ook een belangrijk samenbindend project.

Hoe hebt u het nieuwe gebouw aan de Beethovenlaan ervaren?

De Open Hof beantwoordde geheel aan mijn visie op een moderne kerk. Het is belangrijk dat mensen elkaar tegen komen, daarom moet een kerk multifunctioneel zijn en sfeer uitstralen. Het is een prachtgebouw, gericht op het elkaar ontmoeten.’

Er was ook wel kritiek dat het gebouw juist een gebrek aan sfeer had. ‘De sfeer wordt vooral gemaakt door de mensen die er zijn. Zij moeten die onder elkaar scheppen. Waar je wel kritiek op kon hebben is dat het dak van de Open Hof erg ging kraken als het stormde en het er zomers erg heet was.’

In de jaren dat Den Besten actief was zag hij verschillende predikanten komen en gaan. We gaan het rijtje af.

‘Toen ik in 1968 in de kerk kwam was dominee Pieterse predikant, een zeer beschaafde man, die de dingen nadrukkelijk naar de mensen toebracht, in uitermate verzorgde preken.

‘Zijn opvolger bleek een gouden greep. Dominee Meynen kon geweldig preken en daarmee trok hij volle kerken, zelfs mensen van buiten Culemborg kwamen voor hem naar de Open Hof. Mevrouw Meynen was een zeer geslaagde domineesvrouw, bijzonder vriendelijk van karakter. Toen zij beviel van haar eerste kind, moest ik zonder aankondiging de hele dienst over nemen, omdat het kunstgebit van de ouderling van dienst, de heer De Voogd, stuk was. De preek hebben ze nog snel bij hem thuis opgehaald. Meynen voerde de dienst met belangstellenden in, waarmee hij mensen van buiten de kerk probeerden te trekken door onder andere koren met moderne muziek uitte nodigen.’

De volgende predikant was weer een hele andere persoonlijkheid. ‘Dominee Schelhaas hield doorwrochte preken en kenmerkte zich door de volle emotie waarmee hij op de kansel stond. Dogmatiek vond hij wel eens moeilijk, dat was iets waar hij mee worstelde. Schelhaas startte de huiscatechesatie, die inhield dat jongeren bij kerkleden thuis bijbelonderricht kregen. Tot ze toe waren aan hun belijdenis, dan kwamen ze bij de dominee.’

Daarna maakte Den Besten nog twee predikanten mee. ‘Dominee Verschoor was een zeer beminnelijk mens, het viel vooral op dat zijn vrouw altijd pal achter hem stond. Dominee Spronk kon ondanks zijn geleerdheid de dingen eenvoudig zeggen.

Geef elkaar de ruimte

Er was in de jaren 70 een stroming in de Open Hof die de liturgie en het kerk-zijn flink wilde vernieuwen. Wat vond u daarvan?

‘Traditie vind ik goed, veranderen mag, maar God moet altijd wel herkenbaar zijn. Het is vooral belangrijk dat preek en liturgie goed landen bij de gemeente, die moet namelijk verbonden zijn in het zoeken naar de bron van liefde en genade, goedheid en trouw. Vroeger wisten wij gereformeerden alles zeker en nu, op 82-jarige leeftijd, ben ik op zoek.’

Wat betekent het voor u om gereformeerd te zijn?

‘De traditie van mijn ouders en voorouders vanaf de Doleantie, zij waren ook trouwe ARP-stemmers. Daar komt bij dat mijn gezin en ik in de Open Hof een hele fijne tijd hebben gehad. Ook toen mijn vrouw in 1998 overleed kwam er nog veel sympathie en steun uit Culemborg, terwijl wij al tien jaar weg waren. Dat heb ik zeer gewaardeerd! Verder is er nu veel meer openheid in de Gereformeerde Kerk, waardoor je de ruimte vindt om te zoeken en twijfels uit te spreken. Dat is niet exclusief voor onze kerk, maar het is er wel. Elkaar de ruimte geven speelt een steeds grotere rol bij mij.’

Rob den Boer

Voor dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van het boekje ‘100 jaar Gereformeerde Kerk Culemborg’ van D. ten Broeke en B.A. Broerse