In 1996 staat na een ‘pauze’ van 26 jaar de zwemwedstrijd ‘Beusichem-Culemborg’ weer op de kalender, de enige Nederlandse riviertocht. Daarmee herleeft een roemruchte klassieker, een fenomeen dat zijn oorsprong vindt in 1949 en in de achttien edities die tot 1970 worden gehouden, vele Culemborgers op de been brengt.
De Lektocht
De ‘Lektocht’, zoals het evenement wordt genoemd, geldt als een ‘must’ voor iedere langebaanzwemmer. Toppers van het open water nemende race over zes kilometer, die tijdens de tweede zondag in juli wordt gezwommen, maar wat graag op in hun programma. Het is altijd een sportieve uitdaging.
Tenzij je, zoals destijds regerend wereldkampioen 25 kilometer Linsy Heister (ze won deLektocht in 2006 en 2007), in Sjanghai bent voor de WK. ‘Dit is het derde achtereenvolgende jaar dat ik er niet bij kan zijn,’ reageert ze een maand voor de 15e Lektocht. ‘Ik heb er nu vrede mee, maar de eerste twee keren heb ik er echt van gebaald dat ik uitgerekend die tweede zondag in juli bezet was. Want de Lektocht is super.’
De tocht is ook om een andere dan sportieve reden populair. Er is prijzengeld, tamelijk uniek in deze sector. Maarten van der Weijden, in 2008 Olympisch kampioen op de 10 kilometer open water, zwom eerder vijf Lektochten en won er drie. In zijn beginjaren wilde hij ‘even’ van een buitenlands trainingskamp naar Culemborg reizen, alleen om de destijds ongekend grote hoofdprijs van duizendgulden te kunnen incasseren. ‘De traine verbood het me en zei: wat denk je dat dit trainingskamp kost? Zo had ik het nog niet bekeken.’
De Lektocht inspireert
Edith van Dijk, meervoudig wereldkampioen en de onbetwiste koningin van het open water, was vanaf 1997 de snelste bij zes van haar zeven deelnames. In 2007, ze was moeder geworden en gestopt met wedstrijdzwemmen, hervond ze in de grillige rivier haar motivatie voor de sport en legde daarmee de basis voor haar Olympische kwalificatie voor de spelen van Beijing. Haar beleving: ‘Vanaf het moment dat je in Beusichem je auto parkeert, word je ondergedompeld. De warmte van de organisatie is illustratief voor dit evenement. Alles gebeurt in het belang van de zwemmers.’
Dat alles speelde zich af in de periode na 1996. Een halve eeuw eerder wetende zwemtoppers ook al de weg naar de Lek te vinden, zeker als de wedstrijd vanaf 1959 onder KNZB-vlag wordt gehouden. Jans Koster, wereldrecordhouder 1500 meter binnenbad, is er destijds als de kippen bij en wint zowel in 1959 als 1960. Vervolgens neemt de getalenteerde Judith de Nijs de fakkel over en schrijft de drie jaargangen erna op haar naam, waarna ze zich op een internationaal marathonavontuur stort en wedstrijden in Zuid-Amerika en Canada gaat zwemmen.
De Lek is totaal onvoorspelbaar en dat maakt de wedstrijd zo interessant. Uitgezonderd het traject – zes kilometer tussen de start vanaf de Beusichemse veerpont en de finish in de jachthaven van Culemborg – staat zelden iets van te voren vast. Wel of geen stroming, een temperatuur tussen 18 en 24 graden, windstil of storm tegen, deelnemers moeten overal rekening mee houden. En dan is er natuurlijk ook de vorm van de dag, van jezelf en je concurrenten, en de feeling met het parkoers.
Ex-topzwemmer Hans van Goor, winnaar in 1996 en eenmalig deelnemer, geeft hett reffend weer: ‘Ik heb in Nederland meer dan honderd wedstrijden gezwommen en beschouw die tocht in de Lek, die ik nadien vele malen heb bezocht als coach, inmiddels als de mooiste. Het is een avontuur, altijd weer, en zo moet je hem als zwemmer dan ook benaderen. Je moet hem onder knie krijgen en leren anticiperen op die steeds veranderende omstandigheden.’
De eerste zwemwedstrijd
Die kennis was er niet op 14 augustus 1949, toen de zwemwedstrijd voor het eerst werd gehouden. Het is een initiatief van de sportvereniging van meubelfabriek Gispen die zijn leden jaarlijks op een sportweek trakteerde. Volgens een verslag in personeelsblad De Fabrieksfluit draagt ‘een stralende zon’ bij aan een geweldige stemming onder de zestig deelnemers– veel meer dan de 25 waarop was gerekend.
Jan de Jongh uit Bussum, een neef van de toenmalige apotheker op de Culemborgse Markt, wint die oereditie in een tijd 1.12.39 en daarmee de wisselschaal die Gispen ter beschikking had gesteld. Die schaal is inmiddels alweer sinds eind jaren 50 in bezit van Culemborger Hans Pompe, een van de vele regionale zwemmers die in actie komen en zich soms in de prijzenzwemmen.
Met enkele onderbrekingen(1950 t/m 1952 en 1954) wordt de wedstrijd tot 1970 achttien keer gehouden, op het laatst met wel 450 deelnemers. De negentiende editie staat in 1971 nog wel aangekondigd, maar gaat niet door omdat het rivierwaterernstig is vervuild door de lozingen vande industrie. Pas een kwart eeuw later blijkt de waterkwaliteit weer zodanig hersteld dat het verantwoord is om in de Lek te zwemmen.