Op de plaats waar nu het stadskantoor staat, stond vroeger het klein seminarie. Dit seminarie was in 1818 opgericht door de paters Wolff en De Hasque. In 1935 verhuisde het seminarie naar een nieuw gebouw in Apeldoorn. Het Culemborgse seminarie was door de grote toeloop van leerlingen veel te klein geworden. In 1937 trokken de paters Augustijnen in het oude seminarie, maar voordat zij een passende bestemming voor het gebouw hadden gevonden, brak de oorlog uit.
Het begin
Na de oorlog, om precies te zijn op 7 juli 1946, startten de Augustijnen het Nederlands Schriftelijk Studie Centrum. In de jaren zestig van de vorige eeuw was het Nederlands Schriftelijk Studie Centrum in Culemborg het enige instituut voor schriftelijk onderwijs dat voor de cursus MO-Pedagogiek het ius promovendi – het recht om de graad van doctor toe te kennen – had.
Het Nederlands Schriftelijk Studie Centrum was in die jaren uitgegroeid tot een studiebedrijf met 65 vaste werknemers, 200 docenten en 25.000 cursisten per jaar. Cursisten konden hun lessen schriftelijk volgen, maar het instituut organiseerde ook contact-onderwijs in studieweekenden. Per jaar moest aan gemiddeld negenduizend cursisten regelmatig onderdak worden geboden, een weekend lang, gedurende ruim veertig weekends per jaar.
Cursisten en docenten
De cursisten maakten op deze manier niet alleen kennis met hun docent, maar ontmoetten ook hun studiegenoten. Door de studieweekenden was er een grote behoefte aan slaapplaatsen. Om het aantal slaapplaatsen uit te breiden, werden in de tuin van het seminarie een aantal houten barakken geplaatst.
Het Nederlands Schriftelijk Studie Centrum is in 1971 gefuseerd met het Polytechnisch Bureau Nederland uit Arnhem. Alle activiteiten van het instituut werden naar Arnhem verplaatst. Het oude seminarie was veel te groot voor de daar nog huizende Augustijnen en werd verkocht.