Zoeken

De Ecologische wijk EVA Lanxmeer – waardevol wonen en werken – Interview met initiatiefnemer Marleen Kaptein

‘Waardevol wonen en werken’. . . wie wil dat nou niet, denk je misschien. Marleen Kaptein, initiatiefnemer van de ecologische wijk Lanxmeer wilde dat in ieder geval graag realiseren en ging aan de slag met een team deskundigen, de Gemeente Culemborg en al heel snel met een groot aantal belangstellenden.

Overzicht van de ecologische wijk Lanxmeer

In 1993 presenteerde de overheid de plannen voor de grote VINEX wijken. De bouwpraktijk begon destijds vooral het verwijderen van veel groen uit de beoogde locaties, het ophogen van het hele gebied met 2 meter zand, en dan kon er worden geheid. Dit leidde uiteraard tot veel verlies van natuur. Het was voor Marleen Kaptein aanleiding om een landelijk voorbeeldproject te willen realiseren, vanuit ecologische principes en gericht op brede groepen in de samenleving: Een integraal ontworpen ecologische wijk, uitgaande van de kwaliteit van het bestaande landschap, duurzame energie en integraal waterbeheer en met toepassing van milieuvriendelijke bouwmaterialen. Samen met een groep professionals uit haar netwerk is in 1994 ‘het EVA Concept’ tot stand gekomen en eind november is Stichting E.V.A. – Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies opgericht. De eerste taak van het bestuur was het vinden van een geschikte locatie om het EVA project te realiseren.

‘Een groot deel van de droom is uitgekomen: in het jaar 2000 werden de eerste 50 woningen in gebruik genomen. Nu zijn er al ruim 400, allemaal ondergebracht in 18 hoven en nog is het einde niet daar’, aldus de initiatiefnemer Marleen Kaptein. Het EVA-Centrum is er helaas  niet gekomen, maar de Culemborgse wijk EVA Lanxmeer is al bijna 25 jaar een enorm succes, waar jaarlijks uit binnen- en buitenland vele belangstellenden naartoe komen. Het programma voor professionele groepen omvatte een uitgebreide presentatie (ca. 1 uur) en een rondleiding van 1,5 uur. Tegenwoordig kunnen Culemborgers ook een rondleiding meemaken.

Introductie Marleen Kaptein – Terugblik op de historie van de bouwcultuur in  Nederland in vroegere eeuwen.

Onlangs presenteerde Voet van Oudheusden het boek ‘Culemborgs verborgen verleden – een geschiedenis van de prehistorie tot het ontstaan van de stad’. Een prachtig boek dat  een rijkdom aan inzichten biedt in het belang van archeologisch onderzoek. Hoe eeuwenlang verschillende lagen van de ondergrond en de manier waarop het landschap is ontstaan, bepalend waren voor het bouwen van een kleine nederzetting, een aantal woningen, of een boerderij. Dat  belang was men in de vorige eeuw, onder andere bij de wederopbouw in Nederland, grotendeels uit het oog verloren.

Gemeente Culemborg heeft eind jaren negentig als eerste(!) gemeente in Nederland een grote stap gezet om in samenwerking met een ideële stichting, een ecologische wijk te realiseren, waarbij cultuurhistorie geheel in het planvormingsproces werd betrokken. De beoogde locatie was onderdeel van de Schoonrewoerdse stroomrug, die door een groot deel van Culemborg liep. Hier zou  onderzoek naar de kwaliteit van de bodem bepalend zijn voor het ontwerp van een stedenbouwkundig plan.

Initiatiefnemer ecologische wijk Lanxmeer
Interview met initiatiefnemer Marleen Kaptein
Het ontstaan van deze unieke ecologisch wijk in Culemborg. . .

We hebben afgesproken bij Marleen Kaptein thuis, op haar eigen plek in deze bijzondere wijk, met veel licht binnen en een prachtig uitzicht op de oude boomgaard in het hart van waterbedrijf Vitens.   

Ook al bestaat deze wijk al bijna 25 jaar, en hebben de bewoners en mede-initiatiefnemers  Marleen in 2023 een onvergetelijke 80e verjaardag bezorgd, uitmondend in een pracht boekje met ieders herinnering aan de samenwerking met haar, is zij zelf nog steeds verwonderd over ‘hoe vanzelf alles is verlopen’. ‘Dat de gemeente Culemborg op ons pad kwam en de wijk in coproductie met onze stichting wilde realiseren; een bijzondere locatie die kort daarvoor beschikbaar was gekomen – en de vele experts die zich al eerder bij de stichting hadden aangesloten’.

In het kort haar bijzondere levensloop

Marleen heeft twee verschillende loopbanen gehad. Begin jaren ‘60 raakte ze tijdens haar opleiding bij een Mode Academie zeer geïnteresseerd in Kostuumgeschiedenis. In 1963 kreeg zij het verzoek om 75 kostuums, waaronder ook hoeden, te ontwerpen voor een musical bij het 17e Lustrum van het Delfts Studenten Corps. Het resultaat was boven verwachting! Daarna heeft ze zich via een ‘Haute Mode opleiding’ verder gespecialiseerd in het maken van hoeden. Vooral bij klassieke toneelstukken, in verschillende tijdperken, waren die vaak onderdeel van de kostuums.

Eind 1963 begon ze haar eigen bedrijf als theater-hoedenmaakster (tot 1984) en kreeg al gauw opdrachten bij diverse theater- en balletgezelschappen in Nederland. Toen kostuums vanaf de 70’er jaren ook in klassieke toneelstukken moderner werden, bereidde ze zich voor op een ander beroep. Ze koos voor een avondopleiding Binnenhuisarchitectuur bij de Rietveld Academie. Maar de opdrachten voor toneelhoeden bleven nog jarenlang binnenstromen.

Midden 80’er jaren had ze behoefte aan vernieuwing in haar leven. In 1987 kreeg ze opdracht om een pand aan de Amsteldijk in Amsterdam te verbouwen. Een bevriende architect die haar in 1988 opzocht zei: ‘Je hebt hier Open Bouwen toegepast’. Daar had ze nog nooit van gehoord… Enkele weken later kreeg ze een baan bij de TU Delft aangeboden bij ‘Werkgroep Open Bouwen Ontwikkelingsmodel’. Hier specialiseerde ze zich o.a. in bewonersparticipatie bij het ontwerpen van woningen in de sociale sector.

Het was een vernieuwende tijd, vlak na de publicatie in 1987 van het ‘Brundtland rapport’  dat in heel Europa tot nieuwe inzichten heeft geleid. In dit rapport werd de samenhang van alle mondiale milieuproblemen ondubbelzinnig aangetoond, die in de huidige tijd (weer) heel actueel zijn…

‘De commissie Brundtland doet de belangrijke constatering dat de milieucrisis, de ontwikkelingscrisis en de energiecrisis één geheel vormen en dat geen van deze crises kan worden opgelost zonder dat tegelijk een oplossing voor de andere wordt gevonden. De oplossingen zijn van elkaar afhankelijk’.

Het heeft ook de Nederlandse overheid geïnspireerd om een duurzamer beleid te willen voeren.  In 1989 is het Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP) opgericht, waarin het Ministerie van VROM nieuwe duurzame plannen presenteerde.

In hetzelfde jaar kreeg Marleen de unieke kans om mee te werken aan het initiatief van een paar Nederlandse stedenbouwkundigen en architecten om een Masterplan voor ‘Europolis – Stad van de Vrede’ in Armenië te ontwikkelen, samen met Armeense architecten. Na de grote aardbeving in 1988 waren daar ca. 200.000 mensen dakloos geworden en duizenden mensen overleden. Marleen heeft tijdens de vele vergaderingen t.b.v. van dit initiatief de rol van notulist op zich genomen. Het was de mooiste leerschool in de praktijk die je kunt bedenken, vertelt ze me. Ook het bezoek aan de Armeense partners en de locatie aan de voet van de berg Ararat, was onvergetelijk.

Begin 1993 presenteerde Staatssecretaris Dick Tommel tijdens een DUBO Congres de nieuwe plannen voor VINEX wijken. Doel was ‘Duurzaamheid groot op de kaart te zetten’, met de bouw van 800.000 woningen in 20 jaar. Maar, zei hij … we hebben maar een beperkt budget, want ‘de consument’ is nog niet bereid om voor kwaliteit te betalen. Vervolgens wees hij op de kaart alle locaties aan: 30.000 woningen bij Leidsche Rijn op 2300 hectaren, 20.000 bij Ypenburg, enz.  Daardoor kregen projectontwikkelaars de kans om overal grond aan te kopen en verloor VROM de regie over de uitvoering van hun duurzame plannen.

Enkele maanden later verscheen het 2e NMP, waarin de overheid aangaf al wel vorderingen te hebben gemaakt door het sluiten van Convenanten met grote bedrijven, maar dat ze het betreurden dat ze het MKB en de mensen in het land niet konden bereiken met hun beleid.  Dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat de communicatie met ‘ons’ voornamelijk verliep via  Postbus 51 spotjes: ‘Een beter milieu begint bij jezelf – korter douchen, en ’s avonds minder lampen laten branden’. ‘Daar inspireer je mensen niet mee’, aldus Marleen.

Vanaf begin jaren negentig maakte Marleen deel uit van drie netwerken, waarin mensen vanuit verschillende filosofische achtergronden en disciplines zich inzetten voor de kwaliteit van de gebouwde en natuurlijke omgeving. Verschillende bestuursfuncties, zoals bij de VIBA – Vereniging Integrale Biologische Architectuur, International Forum Man and Architecture  en bij Stichting Mens & Architectuur, boden haar verdieping en kennis over ecologische en organische ontwerp- en bouwmethoden in binnen- en buitenland.  ‘Ik wilde een brug slaan tussen het beleid van de overheid en mensen in de samenleving en dacht: Vertel verhalen minder abstract, en laat mensen via hun zintuigen zien en ervaren hoe het is om in een groene, milieuvriendelijke omgeving te leven’.

Het was duidelijk dat er inspirerende voorbeelden zouden moeten komen. Marleen was ervan overtuigd dat een deel van de bevolking wel belangstelling had voor een meer mens- en milieuvriendelijke leefomgeving. Bij verschillende projecten in Engeland, Denemarken, Zweden en Duitsland had ze dat al kunnen constateren. Er groeide een onderstroom in de samenleving, die niet aansloot bij het beleid van de overheid.

Hoe het begon

Al deze overwegingen vormden in de zomer van 1993 aanleiding voor Marleen om het initiatief te nemen voor het realiseren van een landelijk voorbeeldproject, gericht op een breed publiek, het onderwijs en de bouwwereld.

In de loop der jaren werd Marleen een particuliere voorloper! Het netwerk van specialisten dat zij ontwikkelde met als doel een ecologische wijk te realiseren kreeg fenomenale proporties. Marleen: ‘Een eerste vereiste voor gebiedsontwikkeling is uitgaan van de kwaliteiten en de identiteit van de plek: mensen moeten in hun directe omgeving de relatie met natuur en water kunnen zien, voelen en ervaren. Ook voor kinderen is het van belang om in een groene omgeving op te groeien. Stimuleer gemeenten en ontwikkelaars om dat bij de planontwikkelingen mee te nemen’. Ze schreef een voorstel dat bij velen in goede aarde viel. En samen met enkele deskundigen uit haar netwerk werd het plan uitgewerkt tot een ‘professioneel programma van eisen’. Het resultaat dat na enkele maanden ontstond, omvatte (in het kort) de volgende thema’s:

  • Organische ontwikkeling van stedenbouw en landschap: vanuit de Genius Loci (de bestaande kwaliteiten van de plek die bewaard moeten blijven en/of versterkt kunnen worden)
  • Optimale verbinding van landschappelijke elementen, de indeling van de groene ruimten en architectuur
  • Een integraal waterconcept: opvang van regenwater in vijvers en wadi’s, zuivering van huishoudwater in helofytenfilters. Alleen toiletwater afvoeren door het riool.
  • Duurzaam energieconcept, gebruik van zonne-energie – max. 40 gigajoule per woning
  • Ecologische architectuur, gebruik van houtskeletbouw en duurzame materialen
  • Sluiten van stof- en energie kringlopen
  • Participatie van (eerst nog) toekomstige bewoners, ruimte voor PO en CPO
  • Educatie, kennisontwikkeling en -overdracht aan een breed publiek en onderwijs

Veel mensen toonden interesse om een deel van hun leefomgeving zelf te helpen vormgeven, én om er van te genieten. Draagvlak moet je zien te kweken, niet afdwingen, was het idee. Een goede inrichting van een gebied met veel groen heeft een zekere invloed op het gedrag van mensen die dat bewust ervaren.

Geplande locatie ecologische wijk Lanxmeer in Culemborg
Zoektocht

Nadat het concept gereed was is eind november 1994 Stichting E.V.A. – Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies opgericht. Bestuursleden waren hoogleraren aan de TU Delft en Wageningen, een landschapsarchitecte van het ministerie van VROM/RPD, een energie expert en Marleen als voorzitter.

De eerste taak van het bestuur was om een geschikte locatie te vinden voor minstens 200 – 250 woningen. Dat minimum was nodig voor de gewenste opzet, inrichting en exploitatie, qua water, energie, landschap en de infrastructuur. Andere pijlers van het EVA concept waren een ecologische stadsboerderij, en het EVA Centrum voor Integrale ecologie en Maatschappelijke vernieuwing. De wijk moest uiteraard ook voor bezoekers heel toegankelijk zijn. Intussen had zich al een grote groep belangstellenden bij Marleen aangemeld nog voordat een locatie bekend was. In de precieze vestigingsplaats waren ze niet zo geïnteresseerd. Wel was er voorkeur voor een centrale plek, ergens midden in Nederland. Het ging hen in de eerste plaats om de kwaliteit van de leefomgeving en de woningen.

Gemeente Culemborg

Eind november 1994, één week na oprichting van Stichting E.V.A. werd Marleen gebeld door gemeente Culemborg. Jan Goed, directeur Sector Ruimte had tijdens een ecologisch congres over haar plannen gehoord en het initiatief leek aan te sluiten bij idealen van de gemeente. Hij wilde graag een afspraak maken om nader kennis te maken. Er was al een nota Duurzaam Bouwen door de gemeenteraad goedgekeurd. Bovendien was er in Culemborg een unieke locatie beschikbaar, vlak bij het NS station.

In 1910 was er buiten de stad een waterwingebied aangelegd, van 30 hectare. Door stadsuitbreidingen rondom het gebied was het Waterbedrijf vanaf 1990 genoodzaakt om op een veel diepere laag naar schoon drinkwater te pompen. Hierdoor kwam een gedeelte van het beschermde gebied beschikbaar voor een nieuwe bestemming.

De kennismaking met Jan Goed verliep heel plezierig. De brede thema’s van het integrale EVA concept sloten nauw aan bij wat hij in Culemborg wilde bereiken. Bovendien bestond het netwerk van de stichting uit een groep deskundigen, die van belang waren voor de uitvoering van de plannen. Zo kon er dus samen beleid gemaakt worden: een win-win situatie.

De eerstvolgende afspraak was met Jean Eigeman als wethouder Milieu en Duurzaamheid. Jean stond ook achter de samenwerking met de stichting en introduceerde Marleen bij het College van B&W. Toen ging het snel… Na enkele gesprekken in 1995 werd door de gemeente besloten om een samenwerking met de stichting aan te gaan, gebaseerd op de uitgangspunten van het EVA concept. In februari 1996 is de Projectgroep EVA-Lanxmeer opgericht. Jan Goed was voorzitter en Jean Eigeman, als belangrijke steunpilaar nam ook deel aan de projectgroep. (Jean is nu nog voorzitter van het bestuur van Stadsboerderij Caetshage, waarover later meer).

De rol van Archeologisch Adviesbureau RAAP

In 1997 heeft de gemeente Archeologisch Adviesbureau RAAP verzocht een cultuurhistorische effectrapportage (CHER) op te stellen voor het plangebied Lanxmeer. Het onderzoek in Lanxmeer staat niet op zich, maar sloot aan bij de eveneens door RAAP uitgevoerde CHER Parijsch en Rietveld. Vanwege de geplande bouwactiviteiten in Lanxmeer moest de bodem in dit gebied ook onderzocht worden. Het resultaat van het onderzoek is heel bepalend geworden voor een uniek stedenbouwkundig plan. Het bleek dat er 3.000 jaar geleden een meander van de rivier de Lek door het gebied stroomde. De gemeente heeft besloten om deze meander deels weer uit te graven, waardoor het nu een recreatiegebied in de wijk is geworden! In de zomer wordt er veel gezwommen… ‘De oude Lek’ zoals die nu genoemd wordt, ligt in de buurt van twee andere vindplaatsen: de oudste, dateert uit de Bronstijd, en iets dichterbij zijn restanten van een nederzetting uit de Romeinse tijd gevonden.

Deze plekken vormen nu samen ‘de Archeologische heuvel’ met een strandje langs het water, en speelplekken voor kinderen met veel natuur ‘op de heuvel’. Rondom de heuvel mocht wel worden gebouwd. Een van de gebouwen is het Hoofdkantoor van Vakbond De Unie, en ook is door Scholengemeenschap Lek en Linge, die vanaf de 80er jaren al naast het waterwingebied lag, een VMBO school naast de heuvel gebouwd. Er zijn nog enkele kavels, die nu in ontwikkeling zijn.

Terug naar het proces  

De gemeente had al enkele kavels gekocht en besloot later alle beschikbare gronden bij te kopen. Jan Goed: ‘Een grote groep potentiële bewoners was intussen reeds aangesloten. Doordat de planontwikkeling nog enkele jaren zou duren, haakte een deel weer af’. Maar toch was hij er verbaasd over hoezeer velen zich bij het project betrokken voelden. De gemeente had al eerder ervaring met bewonersparticipatie opgedaan en wilde de groep binnen afgesproken kaders bij het ontwerpproces betrekken. Dit was in Nederland nog niet eerder gebeurd!

Cruciale momenten

Ten eerste het raadsbesluit in 1997 om fl.400.000,- extra te investeren in de haalbaarheid en ontwikkeling van een stedenbouwkundig plan, een groot bedrag voor zo’n kleine gemeente. Overigens heeft Marleen vanuit Stichting E.V.A. ook meerdere subsidies weten te werven, die ze aan de gemeente overdroeg. Als eerste stap werd een uitgebreid Programma van Eisen geformuleerd, gebaseerd op alle thema’s van het concept. Daarna is door een extern bureau een stedenbouwkundig plan ontworpen. Helaas is dit proces niet naar verwachting verlopen, er was te weinig rekening gehouden met de kwaliteit van de locatie rondom een waterwingebied.
Ter ‘feestelijke afsluiting’ van de ontwerpfase was in oktober al een Masterclass gepland, waarbij drie buitenlandse specialisten uit het netwerk van Marleen waren uitgenodigd, om op het ontwerp te reageren… Uit de vragen die Joachim Eble uit Duitsland stelde bleek dat hij de juiste ontwerper zou zijn. Het klikte gewoon…

Een ander uur van de waarheid was toen de gemeenteraad moest beslissen of de stadsboerderij, als onderdeel van het plan voor de wijk, een ecologische grondslag zou krijgen. ‘Gaan we investeren in worteltjes’, zo werd er gezegd. Maar zoals we weten is die er zeker gekomen, en hoe!

Bebouwde locatie van ecowijk Lanxmeer in Culemborg
Laten zien dat het kan

‘Als een geschenk kwam Culemborg op ons pad’, aldus Marleen. ‘De locatie rondom de beschermingszone van het waterbedrijf was ideaal voor onze doelstellingen. En Culemborg had een goede reputatie, ervaring met bewonersparticipatie, een autovrije binnenstad en veel aandacht voor groenbeheer’.

Stichting E.V.A. en Gemeente Culemborg werden coproducent in gebiedsontwikkeling, en in 1996 werd de Projectgroep EVA-Lanxmeer opgericht en werd een externe projectleider aangesteld. Nadat het Programma van Eisen gereed was en het bestemmingsplan van de locatie werd gewijzigd van agrarische naar woonbestemming, konden de toenmalige woningcorporatie BCW, en de inmiddels opgerichte Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer ook in de projectgroep deelnemen.

Door ervaringen die de gemeente bij een andere locatie had opgedaan en waar de ontwikkelaar grote winst bij verkoop van de woningen maakte, besloot de gemeente om ‘het zelf te gaan doen’. Zo kon de doelstelling breed blijven. Men ging aan de slag! Natuurlijk zou het een langdurig traject worden, maar het enthousiasme en onderlinge vertrouwen in leden van de projectgroep bleef gedurende de 8 jaar van onze samenwerking. Zoals in vele publicaties is te lezen, vonden ze het de meest interessante ervaring in hun professionele bestaan.

Luchtfoto Lanxmeer, grenzend aan het waterwingebied
Op naar het resultaat

‘Het verhaal vertelt zichzelf’, aldus Marleen. Er kwam en bleef  veel publiciteit, plus mond tot mond reclame. Regionale kranten, talloze vakbladen, en een voorbeeldstatus bij een Duits Bundes Ministerium, waarbij Culemborg in één adem genoemd werd met Stockholm, Londen en Berlijn!

Een kenmerk en een van de successen van Lanxmeer is, dat er een geleidelijke overgang is van de privétuinen naar semi openbaar en openbaar gebied. Alle woningen zijn daardoor aangesloten op gemeenschappelijke tuinen, veelal in een gezamenlijke hof. Achteraf gezien is dit de grote drager van het sociale leven in de wijk.

Het doel is grotendeels bereikt. De wijk Lanxmeer is er gekomen, met op dit moment al zo’n 400 woningen, w.o. ook een aantal ‘Tiny Houses’. Maar de ontwikkelingen gaan door. De laatste kavels worden binnenkort bebouwd. Met als onderliggende focus nog steeds het stedenbouwkundig plan, dat ca. 18 hoven omvat. Uit jaarlijkse onderzoeken van de Vlinderstichting blijkt dat de biodiversiteit in het gebied enorm is toegenomen. Tevens zijn er veel lokale maatregelen getroffen om water op te vangen en  te zuiveren, zodat het riool in deze wijk nooit overbelast is. De openbare ruimte verrast, de wijk oogt ruim. Uitganspunt ­was en is ook zorgvuldig gebruik van grondstoffen en het sluiten van kringlopen.

Feestelijke appelpluk in Lanxmeer
Leven in een ecologische wijk

Bewoners moeten zich houden aan enkele extra regels, zoals parkeren aan de randen van de wijk, geen chemische stoffen door de gootsteen spoelen en geen schuttingen om de tuinen. Bezoekers reageren soms: ‘Het lijkt hier altijd vakantie’.

De beoogde functiemenging is gerealiseerd. Naast werken aan huis zijn er verschillende voorzieningen zoals het hoofdkantoor van de vakbond De Unie. Ook zijn er diverse scholen in de wijk, zoals scholengemeenschap Lek en Linge, met intussen 4 gebouwen, basisschool het Praathuis en De Werfklas, een kleine Vrije School.

Blijvende betrokkenheid van de bewoners heeft geleid tot meerdere initiatieven. Er hadden zich al 80 mensen bij de stichting aangemeld. De gemeente vond het van belang om deze groep al in een vroeg stadium bij het proces te betrekken, maar de communicatie verliep eerst via de stichting. Omdat het gebied nog een agrarische bestemming had, ‘was er officieel geen sprake van bewoners’. Toen in 1998 het bestemmingsplan werd gewijzigd in ‘woonbestemming’ kon de Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (de BEL) worden opgericht. Vanaf dat moment werd het bestuur uitgenodigd om deel te nemen aan de Projectgroep EVA-Lanxmeer. Dit gold ook voor Woningcorporatie BetuwsWonen. Het was van begin af aan het doel van de gemeente dat 30% van de woningen in de sociale sector gebouwd zouden worden.

Vanaf 1998 kreeg de BEL een groeiende rol in de realisatie en het beheer van de wijk, waardoor een unieke samenwerking ontstond tussen ’Top-Down en Bottom-Up’.

In de loop der tijd werd een indrukwekkend aantal werkgroepen opgericht voor al de verschillende taken en werkzaamheden, zoals: inschrijving nieuwe leden; ontwerp en inrichting van de mandelige hoven; energie en installaties; communicatie & nieuwsbrief; website; financieel beleid, etc. Toen in 2000 de eerste woningen werden opgeleverd, functioneerden de werkgroepen al als professionele organisaties.

Na grondig overleg met de gemeente is in 2004 de Stichting Terra Bella opgericht en heeft de gemeente het beheer van het openbaar groen overgedragen aan de bewoners. Ook de boomgaard in de beschermingszone van het waterwingebied wordt door bewoners beheerd. In ruil daarvoor mogen de bewoners jaarlijks de appels oogsten, waarvan Terra Bella-sap wordt gemaakt, en talloze appeltaarten worden gebakken. Het eerste jaar was de oogst zo’n 15.000 kilo… dit zijn hoogtijdagen in de wijk!

Entree biologische Stadsboerderij Caetshage
Stadsboerderij Caetshage

Ook de ontwikkeling van de (officieel als Fair Trade gecertificeerde) biologische stadsboerderij Caetshage is gerealiseerd en wordt begeleid vanuit een door de bewoners opgerichte stichting. De grond is destijds aangekocht door de gemeente, maar de gemeente is niet betrokken bij de verdere ontwikkeling van de boerderij. Een enorme uitdaging vormde het realiseren van duurzame huisvesting voor meerdere afdelingen van de stadsboerderij, zoals een woning voor het boerengezin, de bedrijfsruimte van Het Caetsdeel (de organisatie die werkgelegenheid biedt aan mensen met een beperking), ruimte voor de winkel en een plek voor ontmoeting.

Wie zijn de mensen die het fundament van Caetshage vormen? In de dagelijkse praktijk is dat het boerenechtpaar, dat met hun gezin op het terrein woont. En natuurlijk de zorgboerin. Verder vind je op Caetshage meewerkers, stagiaires en vrijwilligers. En voor bepaald piekwerk worden soms ZZP-ers ingehuurd. Het bestuur van Stichting Caetshage zorgt er op afstand voor dat alles goed kan draaien.
En wat mooi is: heel Culemborg kan nu daar terecht voor hun biologische groente en fruit!

Beeld van de groene wijk Lanxmeer
EVA Lanxmeer, een geslaagd voorbeeldproject

Er valt nog zoveel meer te vertellen over de wijk, over het hoe en wat er allemaal nog meer gerealiseerd is, dit alles is te vinden op de website…

De Bewonersvereniging EVA Lanxmeer (BEL) heeft tijdelijk de beschikking over Perron Lanxmeer, een mooie ontmoetingsplek voor diverse activiteiten, w.o. lezingen, concerten, e.d. Het is op het hoekje van het Stationsplein van Culemborg, waar eerder het ‘Fietspoint’ was gevestigd. De BEL ontvangt er ook de groepen die de wijk komen bezoeken. Daarnaast verwelkomt Perron Lanxmeer activiteiten en initiatieven van mensen die op de een of andere manier met de wijk Lanxmeer verbonden zijn.

Er zijn inmiddels meerdere initiatieven voor ecologische wijken. ‘Voorbeelden zoals onze wijk Lanxmeer helpen hier enorm bij’, aldus Marleen.

Voor meer info en foto’s: zie de website www.lanxmeer.nl – daar vindt u ook gegevens over de rondleidingen. Inmiddels zijn er al plm. 2.500 groepen ontvangen uit binnen- en buitenland, waarvan Marleen er tot 2013 persoonlijk ongeveer 1.300 heeft verzorgd. Daarna heeft zij deze taak overgedragen aan Gerwin Verschuur, directeur van Thermo Bello. Sinds kort zijn er meerdere bewoners die het doen, w.o. Felix van de Laar, bestuurslid van de BEL.

Dank Marleen voor jouw enthousiaste ontvangst en medewerking aan dit interview!

Culemborg, februari 2025
Geertje Kuipers