Wander Otto Brouwer werd op 21 augustus 1905 geboren in Padang, een stad op het eiland Sumatra in voormalig Nederlands-Indië. Mijn grootvader van vaderskant was daar rechter. Hoewel half-Javaans, had hij onder Nederlands bestuur toch een hoge positie kunnen bereiken.
In 1932 haalde dokter Brouwer aan de Universiteit van Leiden zijn artsendiploma. In datzelfde jaar was hij al getrouwd met Theodora Elisabeth Meerburg, die in 1899 was geboren in Katwijk aan Zee. In die tijd moest men zijn studie zelf betalen. Niet iedereen kon daarom studeren, zoals nu het geval is. Toen hij in 1933 wilde gaan werken, was het vreselijk moeilijk om werk te vinden. Er was sprake van een grote depressie. Een huisartsenpraktijk overnemen ging niet, want die waren nergens te koop. Maar via familie van zijn vrouw – oom Huib van Everdingen, burgemeester van Beusichem – was duidelijk geworden dat er in Culemborg een huisarts was, die op termijn zou gaan stoppen. Misschien zou die dan zijn praktijk aan dokter Brouwer willen overdoen. Hij heeft zich toen in 1933 in Culemborg als huisarts gevestigd, nog voordat hij een praktijk kon overnemen. Om te werken met de kruimpjes van de gevestigde artsen, zoals zijn vrouw dat noemde. Na enkele jaren kon hij de praktijk van dokter Hogerbeets overnemen. Het was moeilijk voor hem om in de jaren 1933-1940 voldoende patiënten te werven.
Dienstverlening in de goeie ouwe tijd
Dat hij in het begin moeite had om voldoende patiënten te werven, is waarschijnlijk van invloed geweest op de dienstverlening van mijn vader. Die ging veel verder dan die van de tegenwoordige huisartsen. Zo hield hij – om 7 uur ‘s avonds – een spreekuur voor mensen die moeilijk van hun werk konden verzuimen. Elke week werd hij ook wel enige keren ’s nachts bij bevallingen geroepen. Het is vaak voorgekomen dat hij op de fiets door de spoorbrug fietste om patiënten in Schalkwijk bij te staan, als na half elf ’s avonds de pont uit de vaart was. Ook dokter Bongaerts, zijn collega én concurrent, ging zo nodig op de fiets door de spoorbrug naar zijn patiënten aan de overkant van de Lek.
Dokter Brouwer en zijn vervoer naar patiënten
Kort na de Tweede Wereldoorlog kwam dokter Brouwer in het bezit van een Vauxhall, van General Motors. Er waren toen vier personenauto’s in Culemborg, die alle in het bezit waren van huisartsen, respectievelijk Bongaerts, Brouwer, Van Hattum en Wachters. Verder had niemand in Culemborg een auto, ook de pastoor, de dominee of de burgemeester niet. Om benzine te kunnen krijgen moest mijn vader aantonen dat hij de auto gebruikte om visites te rijden bij zieke mensen. Hij mocht ook alleen binnen een straal van 25 kilometer rond het centrum van Culemborg rijden. Ooit werd hij door de politie in Amersfoort, waar hij op bezoek was, gecontroleerd. Amersfoort ligt wel binnen de straal van 25 kilometer, maar de afstand over de weg was 28 kilometer. Dokter Brouwer heeft toen een lang verhaal tegen de politie moeten houden, maar gelukkig is hij toen niet gevangengezet en kon hij doorrijden.
De zorg in de jaren 1930 tot 1960 in Culemborg en omgeving
In de periode 1930 tot 1960 was de gezondheidszorg uiteraard nog niet zo goed als heden ten dage. Er was een ziekenhuis in Culemborg, maar de mogelijkheden waren daar beperkter dan in het streekziekenhuis in Tiel of het UMC in Utrecht van nu. Toch was de dienstverlening in bepaalde opzichten toen beter dan nu. Doktyer Brouwer was, gedurende de 36 jaar dat hij huisarts in Culemborg was, steeds van half negen ’s ochtends tot half twaalf ’s avonds in touw en beschikbaar. Meteen avondspreekuur en gemiddeld twee keer per week ’s nachts een bevalling.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft dokter Brouwer veel samengewerkt met dokter Roegholt, een uitstekende chirurg, die veel voor de mensen overhad. Hij was in Culemborg gekomen omdat hij in de oorlog bepaalde dingen niet helemaal goed had gedaan en daarom niet meer in Amsterdam kon werken, waar hij hoogleraar was geweest. Ook hier was de zorg wellicht nog beter dan nu. Als je een bepaalde operatie moest ondergaan, dan hoefde je geen vijf maanden te wachten. Dan konden de Culemborgers meteen worden geopereerd, door een topchirurg.
Dokter Brouwer en de voedselvoorziening
Kort na de Tweede Wereldoorlog waren er nog voedseltekorten in Holland en was ook het brood nog op de bon. Maar het brood, dat men in het voorjaar van het jaar 1945 bij de bakker op de bon kon kopen, was van zeer slechte kwaliteit. De Duitse soldaten, die tot mei 1945 in Culemborg gelegerd waren, kregen wel brood van goede kwaliteit. Uiteraard zeer tot ongenoegen van de bevolking van Culemborg. Het waren uiteraard de huisartsen die de gevolgen zagen van het feit dat de burgerij alleen maar brood van inferieure kwaliteit te eten kreeg. Dit heeft hen er toe gebracht om op 19 mei 1945 een verzoekschrift aan de burgemeester van Culemborg en de betreffende voedselcommissaris te zenden om voor beter brood te zorgen.
Jubileum: 25 jaar huisarts
In augustus 1958 was dokter Brouwer 25 jaar huisarts in Culemborg. Veel patiënten vonden het leuk om dat feestelijk te vieren. Eerst speelde Harmonie ‘Pieter Aafjes’ voor het doktershuis in de Goilberdingerstraat nummer 7. Daarna volgde ook nog een huldiging in het Luxor-theater van de firma Van Gelder in de Herenstraat.
Cees Brouwer