‘Hoor, oma’, zegt het kind en ze heft haar vingertje ernstig luisterend omhoog, ‘Hoor!
Het is dinsdag en marktdag in Culemborg. De klanken van het carillon vallen als regendruppels op ons neer. Af en toe luistert iemand heel bewust, of wordt een melodietje meegeneuried.
‘Daar doe ik het voor’, zegt Peter Bremer, ‘voor de kinderen. Die zijn zo ontvankelijk. Wat het de
volwassenen doet, dat weet ik niet. Het is een vrij eenzaam beroep: beiaardier.’
Een keer per week rijdt Peter Bremer, als stadsbeiaardier in dienst van de gemeente Culemborg, vanuit Vught naar onze stad, al 33 jaar lang. Hij klimt de toren in, naar de speeltafel achter de galmgaten, hij strooit zijn klanken over ons uit en na afloop rijdt hij weer weg. Zo doet hij dat ook in Brielle, Zeist, Heusden, Haastrecht, Son en Breugel en Valkenswaard.
In Culemborg waren er 500 jaar geleden al klokken. Maar dat waren niet de klokken, die er nu hangen. En goed om te weten: een carillon of beiaard is iets anders dan de luidklokken.
De speelman in vroeger eeuwen had geen opleiding nodig. Met negen klokken van verschillend formaat kon je leuke melodietjes laten horen: gewoon de klepel tegen de klok laten klinken.
Een beiaard is uitgebreider. Dat heeft Culemborg nog niet zo lang: pas in 1952 werd het carillon, bestaande uit totaal 47 klokken, in gebruik genomen.
Het carillon huist in de Vierkante Toren, die deel uitmaakt van de Grote of Barbarakerk. Sinds de Napoleontische tijd, zijn veel kerktorens in gemeentelijk bezit. Dat geldt in Culemborg ook
voor de Vierkante Toren. De Hervormde kerkgemeente is eigenaar van de Grote of Barbarakerk.
Historisch vraagteken van Bremer: waarom heeft Culemborg in de 17e eeuw weer luidklokken laten gieten en niet gekozen voor een beiaard? Dat was toen eigenlijk al ‘ouderwets’. Een leuk thema voor historisch onderzoek! De beiaard is er uiteindelijk toch gekomen en laat zich elk kwartier horen. Ook als er niemand achter de speeltafel zit. Dat gaat nu computergestuurd, maar daarvoor een tijdje via een soort kunststof draaiorgelbanden. Je moet ook wel het verschil kunnen horen tussen dat en ‘levende’ muziek…
Omdat de klokken ver van de mensenoren verwijderd zijn, moet de muziek worden ‘uitvergroot’. Met handen en voeten wordt dynamiek in het spel gebracht. De beiaardier zelf heeft intussen
wel oordopjes in. Op YouTube kun je het horen en zien.
De beiaard is een echt Nederlands fenomeen, Vlaams vooral. Van daaruit in Amerika bekend geworden. Er zijn in Nederland ruim 150 beiaardiers, van wie er 6 à 7 professioneel zijn.
Peter Bremer leidt studenten op aan de Universiteit Twente. Zelf studeerde hij aan de Beiaardschool in Amersfoort. Zijn liefde voor het klokkenspel ontstond in Utrecht door de Domklokken “Het ultieme instrument voor de straatmuzikant”.
Er is genoeg muziek voor beiaard geschreven, ook moderne muziek. Peter Bremer heeft een brede smaak en kiest voor ons een toegankelijk repertoire. Per seizoen wisselen de liedjes: Meiliederen na Koninginnedag en Pasen, Sint Nicolaas en Kerst natuurlijk. Toen hij begon, speelde hij ook graag Bach en Mozart. Maar ook liedjes van De Beatles of Blues en vooral kinderliedjes.
Het Culemborgse carillon is in niet al te goede staat. Zo eens in de 20 jaar moet er gerenoveerd worden. Er was een stichting in het leven geroepen voor onderhoud van de beiaard, maar de ingewikkelde voorschriften en regels voor een monument, hebben gemaakt dat de stichting ook weer ten grave is gedragen zonder resultaat.
Zo komt en gaat onze stadsspeelman: ongezien maar niet ongehoord…
De klokken in jaartallen
1506
Er zijn klokken en er is een ‘beyerman’, getuige de stadsrekeningen. De klokken gaven de uren aan, de sluitingstijd van de poorten en werden als alarm gebruikt.
21 mei 1654
De bliksem slaat in de toren, die, net als de kerk, geheel uitbrandt. De klokken smelten.
1654/55
Er worden 9 nieuwe klokken gemaakt door de Gebr. Hemony in Zutphen, van het brons van de oude. Sommigen zijn alleen voor het beieren geschikt, maar in 1715 kunnen ze ook allemaal geluid worden.
1870
Er is geld nodig voor een torenuurwerk. B&W stellen voor om 4 klokken, die niet meer gebruikt worden, te verkopen. Vervolgens gaat er nog een klok stuk, zodat er nog maar 4 over zijn.
1896
Er is geld beschikbaar om de gebarsten klok te vervangen. Deze klok werd in 1942 gevorderd door de bezetter. De andere 4 klokken werden toen verstopt.
29 juni 1945
De klokken luidden weer! Het gebruik van de papklok ( om 21.55) werd in ere hersteld. Mevrouw Boldingh van de boekhandel heeft zich hiervoor sterk gemaakt.
Het gemeentebestuur wil de 75 jaar daarvoor verkochte klokken terugkopen. Dat lukt in twee
gevallen. Van de derde klok wil Hilvarenbeek geen afstand doen en de vierde kan niet meer
worden getraceerd. Er waren nu dus weer 6 klokken.
1946 Het genootschap Voet van Oudheusden stelt aan de gemeente voor om het aantal van 9 klokken weer volledig te maken en daarnaast een 3-octaafse beiaard te formeren.
1949 Een klokkencommissie stelt zich ten doel om gelden in te zamelen voor een 4-octaafse beiaard van 47 klokken. Er wordt door velen royaal geschonken.
5 april 1952
De beiaard wordt overgedragen aan en ingespeeld door Leen ’t Hart, de latere leermeester van de huidige stadsbeiaardier Peter Bremer
1966
De toren wordt gerestaureerd. Dankzij een gift van Gispen kan een elektromagnetisch speelwerk
worden geïnstalleerd.
1995
Het automatisch speelwerk wordt vervangen door een computerspeelwerk.
Hoor, oma hoor…
Eenmaal per week klimt Peter Bremer, als stadsbeiaardier in dienst van de gemeente Culemborg de toren in, naar de speeltafel achter de galmgaten, en strooit hij zijn klanken over ons uit.
Nini Vonk-Wartena