Ruim honderd jaar geleden deed de hele stad mee aan de viering van een eeuw onafhankelijkheid. In 1813 waren de Fransen, die ook Culemborg bezet hadden gehouden, verslagen. Daarna kreeg Nederland een koning in de persoon van Willem I.
In 1913 herdachten de Culemborgers dit feit op grootse wijze. Er kwam een historische tentoonstelling, die uiteindelijk zou leiden tot de oprichting van een oudheidkamer in 1928. Op 12 september 1913 trokken 1500 kinderen met wapperende vanen al liederen zingend door de stad. Via de Goilberdingerstraat liepen ze daarna naar het sportterrein aan de Westersingel om wedstrijden te spelen.
Muziekkorpsen brachten serenades
Twee keer trok er die dag een historische optocht door de stad. Samen beeldden al die gekostumeerde inwoners het bezoek van Willem van Oranje aan zijn Culemborgse vriend Floris van Pallandt in 1564 uit. Voor in de stoet liep de schutterij, dan volgden de diverse gilden en het stadsbestuur. De historisch geïnteresseerde Culemborgse onderwijzer J.B. van den Ham had alles uitgedacht en speelde zelf ook mee.
Het was een feest van een omvang en een sfeer die vandaag de dag niet meer zou kunnen. Neem alleen al de opgeklopte liederen vol vaderlandsliefde:
’t Is plicht dat ied’re jongen
Aan d’ onafhankelijkheid
Van zijn geliefd Vaderland
Zijn beste krachten wijdt.
Hoezee, Hoezee
Voor Nederland Hoezee
Misschien wat overdreven, maar mooi was het allemaal wel. Ruim 100 jaar later kunnen we er ook een beetje jaloers op zijn. Wie denkt er nog aan 1813 of 1913?