Aan het woord: Tom Visser, zoon van de toenmalige directeur W.C.A. Visser:
Van 10 maart 1948 tot mei 1964 heb ik boven het postkantoor op de markt gewoond waarvan mijn vader directeur was. Er werkten toen wij daar kwamen zo’n 25 mensen, gesplitst in bestellers en beambten. In het midden van het kantoor stond een enorme kolenkachel die alles moest verwarmen. De besteller van de vroegste dienst had als taak die als eerste op te stoken.
Alles was erg arbeidsintensief. De post werd zo’n 2 à 3 keer per dag bezorgd. Op de fiets, bakfiets, maar vooral lopend. Ook de vele boerderijen in de omtrek moesten voorzien worden. Ik herinner mij de enorme hoeveelheid postzakken die per trein en daarna per auto aangevoerd werden.
Alles werd gesorteerd op straatnaam, het zgn. uitstraten en daarna ‘gezet’, het in volgorde van de huisnummers plaatsen voor de besteller. Overigens waren al die bestellers in die tijd natuurlijk in uniform en zij moesten dat ook goed onderhouden.
Tekst en foto’s beschikbaar gesteld door Tom Visser.