Zoeken

Uitgaan in de jaren 50

In de jaren ‘50 van de vorige eeuw kent Culemborg een groot aantal cafés. Maar die trekken, met uitzondering van café Het Centrum op de Markt, bijna geen jeugdig publiek. Culemborg heeft wel een aantal gelegenheden waar gedanst kan worden. Zo heb je bijvoorbeeld op de Varkensmarkt café De Klok met achter het café een zaal en in de Dahliastraat café Buitenlust met daarnaast een kleine feestzaal. Naast de gebruikelijke bruiloften en partijen organiseren de uitbaters van deze gelegenheden van tijd tot tijd dansavonden waar meestal de twee bekendste Culemborgse dansorkestjes spelen, de Rosalio’s en de Renaissancers.

De drie Jacksons
Uitsluitend toegankelijk voor R.K.

Voor het meer professionele vermaak beschikt Culemborg over drie grotere zalen. In de Zandstraat is dat het gebouw van de Katholieke Arbeidersbeweging, het KAB- gebouw. Hierin worden in hoofdzaak toneeluitvoeringen en dansavonden gehouden, gericht op het katholieke volksdeel van Culemborg. Elke zondagavond is er in dit gebouw dansen. Op de affiches staat altijd vermeld ‘Uitsluitend toegankelijk voor R.K.’. Voor ons, de niet-katholieke jeugd, is het onmogelijk binnen te komen. Niet dat wij dit niet proberen. Maar Culemborg is klein en iedereen kent iedereen. Is het niet van naam dan toch wel van gezicht. Degenen die bij het KAB-gebouw aan de deur staan, weten meestal wel of je tot de katholieke gemeenschap behoort of niet. Soms lukt het een van ons door deze strenge controle te glippen, maar hij of zij wordt – eenmaal binnen – al snel door een van de aanwezigen herkend als niet- katholiek en door de altijd bij deze gelegenheden aanwezige geestelijke uit de zaal verwijderd.

Ook kende Culemborg mogelijkheden om films te bekijken in de City en het Luxortheater, het culturele centrum van Culemborg. Hier werden ook toneelvoorstellingen, revues, balletvoorstellingen en lezingen gehouden. Daar was ook vaak “Bal na’: diverse verenigingen in Culemborg organiseerden jaarlijks op een zaterdagavond een uitvoering. Er werden artiesten ingehuurd, bijvoorbeeld Olga Lowina, Mieke Telkamp of The Ramblers, of de avond werd door de vereniging zelf ingevuld, zoals gymnastiekuitvoeringen en concerten en dan werd er afgesloten met de gelegenheid om te dansen. Vooral dat laatste zorgde er vaak voor dat de zaal vol was.

Het Luxor-theater aan de Heerenstraat
Luxor

Zaal Luxor in de Herenstraat is het culturele centrum van Culemborg. Hier worden toneel- voorstellingen voor jong en oud, revues, bal- letvoorstellingen en lezingen gehouden.

Om een indruk te geven: op 2 februari 1951 speelt het Amsterdams Toneelgezelschap de ‘Dodendans’ van August Strindberg, met in de hoofdrol Albert van Dalsum en Charlotte Köhler. Tien dagen later is er een balletvoorstelling van het gezelschap ‘Ballet Recital’ van Sonia Gaskell. De Culemborgse Courant besluit een uitgebreide recensie met: ‘Het was een boeiend geheel, dat veel bijval vond bij het talrijke publiek, dat de zaal nagenoeg geheel vulde’.

Bal na

Maar er gebeurt meer in het Luxor theater. Bijna elke zichzelf respecterende vereniging in Culemborg organiseert jaarlijks op een zaterdagavond een uitvoering. Zo’n uitvoering kan heel divers zijn. Sommige verenigingen huren een aantal artiesten in zoals – om maar een greep te doen – Olga Lowina, Mieke Telkamp, Eddy Christiani, Max van Praag, Kees Manders of de Ramblers, die in een bonte revue aan het publiek worden gepresenteerd. Heeft een vereniging in een jaar niet zoveel te besteden, dan worden er minder bekende artiesten ingehuurd, waarvan vaak ook de kwaliteit een stuk minder is. Dit wordt in Culemborg onmiddellijk afgestraft: ze worden door het publiek van het toneel gejoeld.

Andere verenigingen proberen zo’n uitvoering zelf in te vullen. Zoals de gymverenigingen, die op zo’n avond hun beste gymnasten een staaltje van hun kunnen laten tonen. Maar ook de beide Culemborgse muziekverenigingen Pieter Aafjes en Concordia laten op deze avonden vaak hun eigen muzikanten optreden. Door de aanwezige familieleden is succes dan altijd verzekerd. Voor de jeugd maakt het niet veel uit wie en wat er wordt opgevoerd. Wij hebben maar een belang: ‘bal na’. Alle verenigingen willen hun zaal graag vol hebben en zorgen ervoor dat er altijd ‘bal na’ is. Dit kan uiteraard in deze tijd niet anders dan onder leiding van dansmeester Bosch uit de Leliestraat. Hij is ook degene die bijna alle Culemborgers dansles geeft. In clubverband of particulier bij hem aan huis, in de voorkamer.

Zoals gezegd maakt het voor de jeugd – en hier bedoelen wij voornamelijk de jongens – niet uit wat er voorafgaand aan het dansen wordt vertoond. Wij zoeken ons vermaak dan meestal ergens anders. Bijvoorbeeld in de – op zaterdagavonden altijd drukke – centra van Tiel, Geldermalsen en Leerdam, van waaruit wij ons dan met de laatste trein naar Culemborg spoedden.

Of we zijn deze avond op het altijd drukke Marktplein van Culemborg blijven hangen, om rond een uur of tien in café Het Centrum van Toon van de Linden te verdwijnen. Tegen een uur of twaalf verlaten we dan het café om ons via het Vierheemskinderstraatje naar het Luxor-theater te verplaatsen. Daar zijn tegen die tijd de optredens beëindigd en is het zaalpersoneel druk bezig de zaal om te bouwen voor het dansen.

Klaas Mudde

Nu moeten we nog binnen zien te komen. De deur van het theater is zoals gewoonlijk gesloten en het is niet de bedoeling dat er nu nog bezoekers worden toegelaten. Sommige verenigingen houden daar strak de hand aan, maar anderen zijn wat soepeler. Wij kloppen kort op de deur en het luikje in de deur wordt opengedaan door een voor ons bekende gezicht: Klaas Mudde. Afhankelijk of er iemand van de vereniging in de buurt is, wordt de deur geopend of worden we weggestuurd en krijgen een teken later terug te komen. Als we eenmaal binnen zijn, geven we links in de garderobe snel onze jassen in bewaring bij moeder en dochter Richter, de oude en jonge Lien. Dan is het zaak je zo onopvallend mogelijk tussen het aanwezige publiek te begeven.

In de zaal is intussen het bal geopend door dansmeester Bosch. Zijn taak is het om elke dans aan te kondigen en de orde op de dansvloer te handhaven. Ook geeft hij door middel van een fluitje aan wanneer er bijvoorbeeld bij de sneeuwbalfoxtrot van partner gewisseld moet worden. Het hoogtepunt van de avond is de door de heer Bosch geleide polonaise. Rond een uur of twee is het feest meestal afgelopen en verlaten wij het Luxor-theater. De gelukkigen die deze avond een meisje hebben weten te versieren, verdwijnen snel in Culemborgs’ donkere straten, de minder gelukkigen gaan eerst nog even langs bij de friettent van Dolf Andree op de Markt. Zo rond drie uur zijn de laatste uitgaanders uit het stadsbeeld verdwenen en maakt Culemborg zich op voor de zondag.’

Jack van der Winkel

Bron: Het Culemborg van onze jeugd