De firma Brenkman aan de Varkensmarkt is een van de oudste winkels in Culemborg die nog onder dezelfde naam bestaan. In 1909 begon Jan Brenkman senior in een gedeelte van het huidige pand met de verkoop van fietsen. Vier generaties later is het een moderne zaak in huishoudelijke elektronica. Zijn kleinzoon Jan Brenkman junior (1944) vertegenwoordigt de derde generatie en is af en toe nog in de winkel te vinden.
De 1e generatie: Jan senior
Hoe ontstond de winkel in 1909? ‘Mijn opa, die ook Jan heette, was op een zondag op de fiets in Culemborg en kon nergens zijn lekke band laten repareren. Hij had al een fietsenzaak in Doorn, maar omdat Culemborg groter was en zonder concurrentie, besloot hij te verhuizen. In het winkelpand aan de Varkensmarkt nummer 8, het linkergedeelte van de huidige zaak, startte hij met de verkoop en reparatie van fietsen. Daarnaast bouwde hij ze ook zelf onder de naam ‘Klok’ en assembleerde rijwielen van het merk Samsom. Het was dus een heuse fietsenfabriek.’
Opa Jan (1880-1935) had een avontuurlijke jeugd achter de rug. ‘Hij was met zijn ouders vanuit Echteld naar Zuid-Afrika geëmigreerd en daar in de Tweede Boerenoorlog tussen de Afrikaners en de Engelsen verzeild geraakt. Hij werd op 19-jarige leeftijd krijgsgevangen genomen en naar Portugal, een bondgenoot van Engeland, afgevoerd. Daar wist mijn opa te ontsnappen en terug naar Nederland te komen.’
De 2e generatie: Bertus
De zoon van Jan senior was Bertus (1908-1991), die een vooruitziende blik had. ‘In 1924 begon mijn vader, die inmiddels in de zaak was gekomen, met de verkoop van radio’s. Die waren toen iets nieuws. In de loop der jaren kwamen daar ook grammofoons, naaimachines en andere huishoudelijke apparaten bij en een tijdlang zelfs speelgoed. In 1935 werd het naastgelegen pand op nummer 10 aangekocht. Daar werd het bruingoed verkocht. De fietsen bleven op nummer 8.’ In hetzelfde jaar overleed Jan senior en nam Bertus de zaak over.
De Tweede Wereldoorlog was een tijd van overleven. ‘Mijn vader werkte voor de ondergrondse en dat was niet zonder gevaar. De Duitsers hadden de woning van de burgemeester aan de Varkensmarkt nummer 4 gevorderd en daar hun hoofdkwartier in gevestigd. Ze hebben nooit geweten dat zo vlakbij iemand de Engelse radio afluisterde. De aantekeningen die mijn vader daarvan maakte, werden door iemand op de fiets naar het verzet gebracht. Mijn vader werkte ook in het Barbara Ziekenhuis, waar hij de elektrische apparatuur draaiende moest houden. Als hij nieuwe onderdelen nodig had voor zijn eigen radio, haalde hij die uit het ziekenhuis en zei tegen de Duitsers dat ze kapot waren. Dan mocht hij voor het ziekenhuis nieuwe bestellen en kon hij de oude zelf gebruiken, die het natuurlijk nog prima deden. Direct na de oorlog is mijn vader voor zijn verzetswerk gehuldigd.’
In 1945 stopte Brenkman met de fietsenhandel en legde zich geheel toe op bruingoed. ‘De radio en de grammofoon werden voor een steeds grotere groep mensen bereikbaar en mijn vader zag er meer brood in. Achteraf zouden we misschien een andere beslissing hebben genomen.’
De 3e generatie: Jan junior
Aan de winkel zelf veranderde niet zoveel. Pas in 1960 werden de panden op nummer 8 en 10, die tot dan toe gescheiden waren gebleven, samengevoegd. In dat jaar werd ook nummer 12 erbij gekocht. Bertus Brenkman kon niets weggooien en dat leidde ertoe dat de winkel erg vol kwam te staan. ‘Zelf kon mijn vader overigens alles vinden. Er werd ook gewoon verkocht en gerepareerd. In 1984 stopte hij ermee en kon ik de zaak overnemen. Door de jaren heen heb ik de winkel diverse keren verbouwd.’
Zo zijn in 1990 de gevels van buiten schoongemaakt en vernieuwd. In 1999 werd ook het interieur van de winkel onder handen genomen. Er kwam een moderne inrichting met vloerbedekking en alle producten stonden vanaf toen overzichtelijk naast elkaar uitgestald.
Veel concurrentie is er voor de firma Brenkman door de jaren heen niet geweest. ‘Er zijn natuurlijk wel andere aanbieders van wit- en bruingoed geweest, op de Markt en de Varkensmarkt, maar die wisten zich meestal maar een aantal jaren te handhaven en verdwenen dan weer.’ Ook de opkomst van internetwinkels heeft de firma Brenkman niet de das om gedaan.
‘Wij geven goede voorlichting, dat is ons bestaansrecht. Als wij een wasmachine verkopen, leggen wij uit hoe hij werkt. We komen hem ook brengen, installeren en als het nodig is ophalen voor reparatie. Bij een internetwinkel krijg je soms niet eens een instructieboekje.’
Het komt ook voor dat mensen verkéérde voorlichting krijgen. ‘Er kwam eens een meneer in de winkel die een wasmachine zonder motor wilde, want daar had hij over gehoord. Ik vertelde hem dat die niet bestonden, je koopt immers ook geen auto zonder motor. Toen ik hem uitlegde dat er waarschijnlijk een wasmachine werd bedoeld die niet op koolborstels draaide, maar op een elektromotor, geloofde hij mij nog steeds niet en liep boos de zaak uit.’
Sommige klanten geven je gewoon de schuld als je niet uitkijkt. ‘De PGEM deed een keer navraag bij ons. Ze hadden namelijk ontdekt dat er bij klanten van ons antennedraad was vastgespijkerd boven een nieuwe snelwasser. Brenkman heeft het aangelegd, dus dan zit het wel goed, was de PGEM door de klanten verteld. Maar die hadden deze levensgevaarlijke constructie zelf aangebracht, niet wij.’
Toen de binnenstad autovrij werd gemaakt, verdwenen veel winkels van de markt naar het industrieterrein. ‘Wij hebben nooit overwogen om weg te gaan. De mensen blijven toch bij ons komen omdat wij goede service bieden. Verder willen wij ook niet dat de zaak te groot wordt, zodat we voor alles mensen aan moeten gaan nemen. Mijn ervaring is dat je beter zoveel mogelijk in eigen hand kunt houden om zodoende kwaliteit en service te kunnen waarborgen.’
De firma Brenkman heeft een trouwe klantenkring, ook buiten Culemborg. ‘Onze klanten komen in de eerste plaats uit Culemborg natuurlijk, maar ook uit Beusichem, Zoelmond, Tiel, Geldermalsen, Meteren, Kerk-Avezaath, Utrecht, Leerdam en Schoonrewoerd. Het komt ook regelmatig voor dat mensen die vanuit Culemborg naar deze plaatsen verhuizen bij ons blijven kopen.’
Soms gaan klantenwensen letterlijk heel ver. ‘Er kwam een mevrouw die een koelkast van 699 euro, wat een koopje was voor dat specifieke model, afgeleverd wilde hebben in een plaatsje onder Antwerpen. Zij wilde de benzinekosten wel betalen. Dat hebben we haar uit het hoofd kunnen praten, want op zo’n afstand is er natuurlijk ook geen service mogelijk als er iets met het apparaat aan de hand zou zijn.’
Het Culemborgse middenstandsbeleid kan volgens Jan Brenkman wel beter. ‘Winkeliers zijn van harte welkom bij het gemeentebestuur van Culemborg, maar omdat tegenwoordig iedereen een zaak mag beginnen is het evenwicht tussen de verschillende soorten winkels zoek. Die trekken in het algemeen ook minder klanten omdat er niet meer voor de deur kan worden geparkeerd. Laten ze in de Boerenstraat, op het terrein waar vroeger het politiebureau stond, een grote parkeergarage maken. En dan graag met de mogelijkheid om achteraf te betalen voor de tijd die je er hebt gestaan, net als bijvoorbeeld in Veenendaal. Dat is veel klantvriendelijker.’
Er is een groot verschil tussen het drijven van een winkel in 1909 en nu. ‘Er zijn veel meer regels gekomen, zeker als je personeel in dienst hebt. Door de jaren heen kwamen er steeds meer sociale regelingen voor doorbetaling bij ziekte en dergelijke, die allemaal hun eigen loket en aanvraagprocedures hebben. De administratieve lasten zijn te groot geworden en te versnipperd.’
Gelukkig kan er ook nog weleens goed gelachen worden in de winkel. ‘Er kwam een mevrouw die vier Durex-batterijen wilde hebben. Ze bedoelde natuurlijk Duracell-batterijen. Ik hield mijn gezicht in de plooi en vroeg of zij grote of kleine wilde. De andere klanten hadden natuurlijk veel schik.’
De 4e generatie: Rogier
In 2005 nam de vierde generatie Brenkman de zaak over, Rogier (1981), de jongste zoon van Jan. Rogier Brenkman wilde een moderne winkel met een efficiënte bedrijfsstructuur. Dat had hij van jongsaf aan al voor ogen, toen hij tijdens schoolvakanties meehielp in de zaak. In 2004 werd de grootste verbouwing in de geschiedenis van de firma Brenkman uitgevoerd. Beneden kreeg de winkel een moderne pui over de hele breedte, zodat er meer eenheid kwam in het aangezicht op straathoogte. De bovenverdiepingen, die tot dan toe werden gebruikt als magazijn, werden omgebouwd tot drie woningen met aparte opgangen. Het in Jugendstil gebouwde pand uit 1900 is een verrijking voor de Varkensmarkt sinds de opknapbeurt, temeer omdat er in Nederland vrij weinig Jugendstilgebouwen (over) zijn.
Jan heeft zich intussen bijna geheel teruggetrokken. ‘Af en toe help ik nog weleens verkopen. Maar verder bemoei ik mij er niet meer mee. Je moet je opvolger niet voor de voeten lopen.’
Rob den Boer